Dierama mossii
Dierama mossii houdt van vochtige grond en vormt van oorsprong grote groepen in moerassige gebieden en in oevers van stroompjes.
De soort komt voor in Transvaal, Swaziland en Natal (Zuid-Afrika).
Algemeen | De plant bestaat uit diverse stengels bij elkaar die kleine pollen vormen. |
Bladeren | Weinig wortelbladeren, 30 -65 cm lang, 1,5 - 3,5(-4,5) mm breed, verkorte beschermbladeren 3-5. |
Bloem | Mauve tot magentaroze, (18-)19 - 25(-27) mm. |
Bloemstengel | 50 -100 cm, bloeiwijze hangend of nu en dan halfstaand. |
Bloeiperiode | Tussen september en december (zuidelijk halfrond). |
Dierama mossii favours damp ground and is frequently recorded as forming large colonies in marshes and along streambanks.
The species is found in Transvaal, Swaziland and Natal (South Africa).
General | Plant consisting of several stems tufted together forming small clumps. |
Leaves | Radical leaves few, 30 - 65 cm long x 1.5 -3.5(-4.5) mm, reduced sheating leaves 3-5. |
Perianth | Mauve to magenta-pink, (18-)19 - 25(-27) mm. |
Flowering stem | 50 - 100 cm, inflorescences pendulous or occasionally suberect. |
Flowering period | Between September and December (southern hemisphere). |